Koninklijke familie op Curacao november 2011 |
De visie van
SP Kamerlid van Raak over de wijzigingen in het Statuut is op zijn minst
voorbarig, want niet de politiek maar de bevolking heeft het
verdragsrechtelijke recht om te beslissen over haar staatkundige structuur.
Artikel 1 lid 1 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en
Culturele Rechten stelt: dat alle volken
het zelfbeschikkingsrecht hebben en dus in alle vrijheid hun politieke status
nastreven.
Hoewel de
politieke irritatie in Nederland over het onbehoorlijke en niet integer bestuur
op Curaçao na 101010 begrijpelijk is, met een begrotingsdeficit van 163 mln, is
Statuut wijziging niet de oplossing. Overigens treft politiek Den Haag ook een
verwijt in de bestuurlijke crisis op Curaçao in verband met de screening, aangezien
de voormalige minister van Binnenlandse Zaken de heer Donner een grove
inschattingsfout heeft gemaakt. Dit blijkt uit het rapport Rosenmöller (blz.24) waarin wordt vermeld dat onze
Gouverneur duidelijk had aangegeven dat 3 ministers niet ministeriabel waren. Rapport
Rosenmöller pg 24
‘’De Gouverneur komt tot het voorlopig oordeel dat een drietal ministers, gelet
op de informatie die door de VDC is verzameld, niet-ministeriabel is’’ Maar minister Donner reduceert de hele
screening tot een strafrechtelijke toets: Rapport Rosenmöller pg 24 ‘’Naar aanleiding van dit
bezoek vraagt de Minister van BZK een appreciatie aan de Gouverneur en doet de
suggestie de uitkomsten met betrekking tot de Minister-president ter nadere
beoordeling aan de Procureur-generaal voor te leggen.’’ Het gevolg is dat we nu
met ministers zitten waarvan alles aantoont dat ze slechts het eigenbelang en
het belang van hun politieke sponsoren dienen.
De
stelling van Ronald van Raak dat Nederland op een dergelijke afstand geen
verantwoordelijkheid kan nemen voor goed bestuur op Curaçao, Aruba en St.
Maarten, klopt dus niet. Het is een kwestie
van verantwoordelijkheid door de Rijksministerraad nemen wanneer dat aan de
orde is. Eerlijkheidshalve moet wel gesteld worden dat Tweede Kamerlid Ronald
van Raak heel consistent steeds minister Donner heeft gewezen op het gevaar van
zacht heelmeesterschap. Op dinsdag 25 januari 2011 vroeg van Raak een
spoeddebat aan omdat hij van minister Donner wilde horen of hij zijn handen in
het vuur durfde te steken voor de ministersploeg op Curaçao.
Maar
als Van Raak een voorbeeld wil hebben hoe het Statuut wel werkt, verwijs ik
naar de recente brief van de Gouverneur aan minister Monk in verband met de dubieuze
verhuizing van ‘’kranshi’’. Op diplomatische maar op niet mis te verstane
manier krijgt de minister een stevige riprimande met een duidelijke dreiging. Gouverneur:
“ De verhuizing van BBSV is in beginsel een aangelegenheid van het land
Curacao. Uit de vigerende paspoortregeling volgt echter dat ook andere
instanties een bevoegdheid hebben bij de paspoortuitgifte die bij zo’n
verhuizing zal moeten worden verplaatst. Hier liggen bevoegdheden voor diensten
van (of namens) het ministerie van Binnenlandse Zaken en Konkrijksrelaties en
de Gouverneur van Curacao.”’ En vervolgens: “…..in uiterste instantie, conform
de Paspoortwet gevolgen kan hebben voor het mandaat dat ik terzake aan het
hoofd van de afdeling BBSV heb verstrekt.’’ Gevolg? De minister en het kabinet
Schotte doet pas op de plaats. Dus niet het Statuut moet gewijzigd worden, maar
de Rijksministeraad moet voldoende durf hebben om hun verantwoordelijkheid te
nemen waar dat nodig is.
6 juni 2012
Omayra V. E.
Leeflang
Geen opmerkingen:
Een reactie posten