Pagina's

woensdag 6 juni 2012

Wijziging Statuut volksaangelegenheid . Reactie op uitspraak Van Raak


Koninklijke familie op Curacao november 2011
De visie van SP Kamerlid van Raak over de wijzigingen in het Statuut is op zijn minst voorbarig, want niet de politiek maar de bevolking heeft het verdragsrechtelijke recht om te beslissen over haar staatkundige structuur. Artikel 1 lid 1 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten stelt:  dat alle volken het zelfbeschikkingsrecht hebben en dus in alle vrijheid hun politieke status nastreven.     
Hoewel de politieke irritatie in Nederland over het onbehoorlijke en niet integer bestuur op Curaçao na 101010 begrijpelijk is, met een begrotingsdeficit van 163 mln, is Statuut wijziging niet de oplossing. Overigens treft politiek Den Haag ook een verwijt in de bestuurlijke crisis op Curaçao in verband met de screening, aangezien de voormalige minister van Binnenlandse Zaken de heer Donner een grove inschattingsfout heeft gemaakt. Dit blijkt uit het rapport Rosenmöller (blz.24) waarin wordt vermeld dat onze Gouverneur duidelijk had aangegeven dat 3 ministers niet ministeriabel waren. Rapport Rosenmöller pg 24 ‘’De Gouverneur komt tot het voorlopig oordeel dat een drietal ministers, gelet op de informatie die door de VDC is verzameld, niet-ministeriabel is’’  Maar minister Donner reduceert de hele screening tot een strafrechtelijke toets: Rapport Rosenmöller pg 24 ‘’Naar aanleiding van dit bezoek vraagt de Minister van BZK een appreciatie aan de Gouverneur en doet de suggestie de uitkomsten met betrekking tot de Minister-president ter nadere beoordeling aan de Procureur-generaal voor te leggen.’’ Het gevolg is dat we nu met ministers zitten waarvan alles aantoont dat ze slechts het eigenbelang en het belang van hun politieke sponsoren dienen.                                                                                                                                 
De stelling van Ronald van Raak dat Nederland op een dergelijke afstand geen verantwoordelijkheid kan nemen voor goed bestuur op Curaçao, Aruba en St. Maarten, klopt dus niet.  Het is een kwestie van verantwoordelijkheid door de Rijksministerraad nemen wanneer dat aan de orde is. Eerlijkheidshalve moet wel gesteld worden dat Tweede Kamerlid Ronald van Raak heel consistent steeds minister Donner heeft gewezen op het gevaar van zacht heelmeesterschap. Op dinsdag 25 januari 2011 vroeg van Raak een spoeddebat aan omdat hij van minister Donner wilde horen of hij zijn handen in het vuur durfde te steken voor de ministersploeg op Curaçao.                                                                       
Maar als Van Raak een voorbeeld wil hebben hoe het Statuut wel werkt, verwijs ik naar de recente brief van de Gouverneur aan minister Monk in verband met de dubieuze verhuizing van ‘’kranshi’’. Op diplomatische maar op niet mis te verstane manier krijgt de minister een stevige riprimande met een duidelijke dreiging. Gouverneur: “ De verhuizing van BBSV is in beginsel een aangelegenheid van het land Curacao. Uit de vigerende paspoortregeling volgt echter dat ook andere instanties een bevoegdheid hebben bij de paspoortuitgifte die bij zo’n verhuizing zal moeten worden verplaatst. Hier liggen bevoegdheden voor diensten van (of namens) het ministerie van Binnenlandse Zaken en Konkrijksrelaties en de Gouverneur van Curacao.”’ En vervolgens: “…..in uiterste instantie, conform de Paspoortwet gevolgen kan hebben voor het mandaat dat ik terzake aan het hoofd van de afdeling BBSV heb verstrekt.’’ Gevolg? De minister en het kabinet Schotte doet pas op de plaats. Dus niet het Statuut moet gewijzigd worden, maar de Rijksministeraad moet voldoende durf hebben om hun verantwoordelijkheid te nemen waar dat nodig is.

6 juni 2012

Omayra V. E. Leeflang


Geen opmerkingen:

Een reactie posten